Slaagkans is een belangrijk criterium bij het kiezen van een studie. Maar wat betekent dat eigenlijk? Het gaat niet alleen om het behalen van je eerste jaar, de propedeuse, maar ook om het uiteindelijke diploma. Sommige studies hebben een laag uitvalpercentage, terwijl bij andere opleidingen veel studenten afhaken. Interessant is dat een ‘makkelijke’ studie niet altijd een hoge slaagkans heeft. En een ‘moeilijke’ studie kan juist wel goed scoren. Slaagkans wordt bepaald door meerdere factoren: de structuur van de opleiding, de begeleiding die je krijgt en de aansluiting op de arbeidsmarkt. Medische studies en kleinschalige opleidingen scoren hier vaak het hoogst.
De toppers in het Wetenschappelijk Onderwijs (WO)
Medische studies zoals Geneeskunde en Tandheelkunde hebben steevast de hoogste slaagpercentages. Dat komt door de strenge selectie aan de poort. Alleen zeer gemotiveerde studenten worden toegelaten. Zij weten waarom ze de studie doen en zijn bereid hard te werken. De combinatie van duidelijke beroepsbeelden en intensieve begeleiding zorgt ervoor dat de uitval laag blijft.
Kleinschalige opleidingen zoals University Colleges en specifieke taalstudies scoren ook goed. Hier staat persoonlijke begeleiding centraal. Docenten kennen studenten bij naam en kunnen snel inspelen op problemen. Dat verhoogt de betrokkenheid en de kans op succes. Zoek je naar makkelijkste universitaire studies? Dan is kleinschaligheid vaak een voordeel, omdat je meer ondersteuning krijgt.
De succesnummers in het HBO
Onderwijs en Zorg opleidingen zoals Pabo en Verpleegkunde hebben vaak hoge slaagpercentages. Dit komt door de sterke praktijkgerichtheid. Studenten zien direct waar ze mee bezig zijn en hebben een duidelijk beroepsbeeld voor ogen. Dat motiveert en zorgt voor doorzettingsvermogen.
Kunstvakonderwijs zoals conservatoria en kunstacademies scoren ook goed. Studenten kiezen deze studies uit passie. Die intrinsieke motivatie zorgt voor lage uitval. Wie echt van muziek of kunst houdt, bijt door moeilijke periodes heen.
Waarom slaagt de één wel en de ander niet?
Selectie aan de poort speelt een grote rol. Numerus fixus-opleidingen hebben paradoxaal genoeg vaak een hogere slaagkans. Doordat niet iedereen wordt toegelaten, zitten er alleen gemotiveerde studenten in de zaal. Zij hebben zich voorbereid en weten wat ze willen.
Contacturen maken ook verschil. Hoe meer tijd je op de campus doorbrengt, hoe hoger de kans dat je punten haalt. Contact met medestudenten en docenten zorgt voor focus en structuur.
Bindend Studieadvies (BSA) in het eerste jaar lijkt streng, maar verhoogt de slaagkans voor de rest van de studie. Studenten die het eerste jaar halen, blijven meestal ook daarna gemotiveerd.
Hoe vergroot je je eigen slaagkans?
Doe goede studiekeuze-checks voordat je je inschrijft. Volg meeloopdagen en praat met studenten die de opleiding al doen. Zo krijg je een realistisch beeld. Motivatie is belangrijk, maar discipline is essentieel. Ook de meest gemotiveerde student moet soms door zware periodes heen. Kies ook voor een stad met goede studentbegeleiding. Universiteiten en hogescholen verschillen in de ondersteuning die ze bieden. Informeer hiernaar vooraf. Zo vergroot je je kansen op een diploma.